De strijd tegen zwarte piet en institutioneel racisme werd lange tijd door tegenstanders gezien als een randstedelijke uitdaging die werd opgelegd aan de provincie. Racisme was namelijk iets dat alleen in de Randstad speelde en daar bevochten dienden te worden. Door het organiseren van en deelname aan landelijke demonstraties kreeg Nederland Wordt Beter buiten de Randstad meer voet aan de grond. Lokale bewoners die zich voor demonstraties hadden aangemeld, werden gestimuleerd tot het opzetten van lokale werkgroepen. Deze lokale afdelingen en anderen hebben onmisbare bijdragen geleverd aan het succes van Nederland Wordt Beter in het bereiken van de doelstellingen. De afgelopen jaren is de impact niet alleen voelbaar in de randstad, maar ook in de rest van Nederland. Er is meer bewustwording over racisme en het slavernijverleden van Nederland, in de publieke ruimten, maar ook op scholen en bij mensen thuis. Zwarte Piet maakt geen onderdeel meer uit van de grote intochten en er wordt veel onderzoek gedaan naar de rol van bedrijven en gemeenten in het Nederlandse slavernijverleden.